Workpods, belcabines, stilteboxen, akoestische cellen – hoe je ze ook noemt, ze zijn tegenwoordig niet meer weg te denken uit moderne werkomgevingen. Bel- en stiltecellen bieden rust en privacy, maar brengen ook vragen met zich mee over brandveiligheid. Zeker in gebouwen met sprinklerinstallaties of brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties (BMI/OAI) is het van belang om te weten: moeten ze apart beveiligd worden? Het CCV biedt hierop inmiddels heldere antwoorden.
Harmonisatieafspraken en interpretatiebesluiten
In de praktijk komt het regelmatig voor dat regels en normen op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. Vooral bij het ontbreken aan kaders of prestatie-eisen in een norm, een voorschrift of regel ontstaat al snel discussie over wat nu exact ‘voldoende brandveilig’ is. Dit zorgt niet alleen voor onzekerheid bij gebouweigenaren, ontwerpers en installateurs, maar maakt ook de toetsing door inspectie-instellingen lastig en soms inconsistent.
Om deze verschillen in interpretatie te voorkomen, worden er harmonisatieafspraken gemaakt in het Harmonisatieoverleg Inspectie Brandveiligheid van het CCV. Dit overleg is bedoeld om bestaande situaties eenduidig te kunnen beoordelen. Deze afspraken helpen om gelijke gevallen op dezelfde manier te behandelen en bieden daarmee duidelijkheid in de praktijk. Harmonisatieafspraken zijn gericht op de beoordeling van bestaande installaties voor inspectie-instellingen en zijn juridisch niet bindend voor nieuwe ontwerpen.
Daarnaast biedt het deskundigenpanel van het CCV ook praktische kaders in de vorm van een interpretatiebesluit. Deze zijn, tot het interpretatiebesluit is opgenomen in een norm, voorschrift of regel, toepasbaar bij het ontwerp van nieuwe gebouwen en installaties. Voor ons als adviseurs zijn deze interpretatiebesluiten onmisbaar. Ze geven ons richting in het adviestraject, zorgen voor voorspelbaarheid in het inspectieproces en voorkomen onnodige investeringen voor onze opdrachtgevers in voorzieningen die achteraf niet verplicht blijken. Daarmee vormen ze een waardevolle basis voor betrouwbare en toekomstbestendige brandveiligheidsoplossingen.
Wat zegt het CCV over brandveiligheid in bel- en stiltecellen?
Zowel voor sprinklerinstallaties als voor BMI/OAI-systemen zijn er inmiddels interpretatiebesluiten opgesteld door het deskundigenpanel van het CCV. Deze geven helderheid over de vraag wanneer een bel- of stiltecabine apart moet worden voorzien van een sprinklerkop, rookmelder, alarm en/of flitslicht. Onderaan dit nieuwsbericht hebben we links opgenomen om deze besluiten rechtstreeks te downloaden. Hieronder een samenvatting van de uitgangspunten.
Sprinklerbeveiliging: uitzondering onder voorwaarden
Voor sprinklerinstallaties geldt dat een bel- of stiltecabine niet afzonderlijk van een sprinklerkop hoeft te worden voorzien, mits aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
Wanneer één van deze voorwaarden niet wordt gehaald, is sprinklerbeveiliging alsnog vereist.
Detectie en alarmering (BMI/OAI): beperkte verplichting
Ook voor branddetectie en ontruimingsalarmering geldt dat een aparte voorziening in de bel- of stiltecabine niet altijd nodig is. Volgens het interpretatiebesluit van het deskundigenpanel BMI-OAI gelden hiervoor de volgende criteria:
Kan er nog een bel- of stiltecel geplaatst worden zónder aanvullende maatregelen?
Het is mogelijk om bel- of stiltecellen zó te plaatsen en te gebruiken dat aanvullende sprinklerbeveiliging of signalering niet nodig is. Dit vraagt wel om een zorgvuldige integrale beoordeling vooraf. Uitgaande van een gebouw met sprinklerbeveiliging én brandmeld-/ontruimingsalarminstallatie betekent dit:
De unit heeft een maximale binnenafmeting van 2,0 m² (de eis voor BMI/OAI is hierbij maatgevend).
De positionering is zorgvuldig gekozen:
niet in een doodlopende vluchtroute
150mm afstand tot andere objecten
500mm vrije ruimte tussen de unit en sprinklerkop
Het gebruik blijft daadwerkelijk beperkt tot kort bellen of geconcentreerd werken.
Er is rekening gehouden met omgevingssignaalgevers bij de beoordeling van het geluidsniveau, eventueel aangevuld met optische signalering.
Door deze punten samen te bekijken, kunnen belcellen veilig worden toegepast zonder dat extra voorzieningen nodig zijn.
Overzicht randvoorwaarden per installatie
Randvoorwaarde | Sprinklerinstallatie | BMI / OAI |
---|---|---|
Maximale vloeroppervlakte | ≤ 2,2 m² (ook bij samengestelde opstelling) | ≤ 2,0 m² |
Vrije ruimte boven unit | ≥ 500 mm tussen dak unit en sprinklerkop | n.v.t. |
Vrije ruimte tussen units | ≥ 150 mm | n.v.t. |
Specifiek gebruik | Alleen (video)bellen of stil werken | Alleen (video)bellen; beperkt verblijf |
Plaatsing in vluchtroute | Geen aanvullende eis | Niet in enige vluchtroute van een doodlopend einde |
Geluidsdrukniveau slow-whoop-signaal | n.v.t. | ≥ 60 dB(A) in de belcel |
Spraakverstaanbaarheid (STI) | n.v.t. | Niet vereist bij type A OAI |
Alternatief: optische signalering | n.v.t. | Toegestaan; dan vervalt eis voor akoestische signalering |
Modulaire, verplaatsbare unit | Ja, vereist | Ja, meegenomen in overweging (maar geen formele eis) |
Meer weten of advies op maat?
Wil jij meer informatie over de brandveiligheid van bel- en stiltecellen in gebouwen met sprinkler- of BMI/OAI-installaties? Of heb je vragen over hoe je deze voorzieningen veilig kunt inpassen in het ontwerp? Neem vrijblijvend contact met ons op. Het team van vb&t Brandveiligheid kan je namelijk voorzien van deskundig advies of een brandveiligheidsscan op locatie.
Download de documenten
Wil je zelf aan de slag met de officiële richtlijnen? Download dan hieronder de actuele interpretatiebesluiten van het CCV over brandbeveiliging in bel- en stiltecellen.